Zomerse voetbalverhalen: zes autobiografieën die je meenemen van het strand naar het stadion

De zomer is hét seizoen om even op adem te komen. Een ligstoel, de zon op je gezicht en een goed boek binnen handbereik: dat is vakantiegeluk. Maar voor wie voetbal mist zodra de laatste fluit klinkt in mei, zijn er gelukkig autobiografieën die je weer midden op het veld zetten. Of je nu houdt van nuchtere nuchterheid, flamboyante vedetten of doorzetters van de oude stempel: deze zes voetbalautobiografieën lezen als een goed gesprek aan de bar, met een drankjeje in de hand en het gras nog tussen je tenen.

1. “Ik, Zlatan” – Zlatan Ibrahimović
Een absolute klassieker onder de moderne sportbiografieën. Ibrahimović vertelt op rauwe, directe toon over zijn jeugd in de achterbuurten van Malmö, zijn strijd om erkenning en zijn pad naar de Europese top. Het boek is geschreven met David Lagercrantz (de man achter de latere Millennium-boeken), en dat merk je: het leest als een roman. Zlatan is brutaal, groots en onbescheiden, maar ook verrassend eerlijk over zijn kwetsbaarheden. Perfect voor wie houdt van kracht, controverse en karakter.

2. “Kieft” – Michel van Egmond over Wim Kieft
Een ander soort boek, maar minstens zo meeslepend. In Kieft vertelt oud-spits Wim Kieft over zijn succesvolle carrière én zijn worstelingen met cocaïne, drank en depressie. Van Egmond weet de man achter het imago te vangen zonder te oordelen, en laat zien hoe succes en eenzaamheid vaak hand in hand gaan. Wat het extra bijzonder maakt: de taal is nuchter, droogkomisch en typisch Nederlands. Een boek om in één ruk uit te lezen — en daarna nog even stil van te zijn.

3. “Always Managing” – Harry Redknapp
Voor wie houdt van Britse humor, anekdotes uit de kleedkamer en een kijkje achter de schermen in de Premier League. Redknapp – een voetbalman in hart en nieren – neemt je mee van zijn dagen als speler bij West Ham tot zijn tijd als kleurrijke manager bij clubs als Portsmouth en Tottenham. Hij spaart niemand (ook zichzelf niet), en zijn verhalen zijn vaak hilarisch. Dit boek leest als een goed Engels pubgesprek: geestig, charmant chaotisch en nooit saai.

4. “My Life in Football” – Kevin Keegan
Keegan is een icoon, en zijn autobiografie is dat ook. Hij vertelt openhartig over zijn tijd bij Liverpool, zijn ervaringen in Duitsland bij HSV en zijn periode als bondscoach van Engeland. Keegan is zachtaardiger dan sommige van zijn collega’s, maar zijn liefde voor het spel spat van elke pagina. Het boek is warm, menselijk en verfrissend bescheiden – een fijne tegenhanger van het moderne voetbalego.

5. “Basta” – Marco van Basten
Van Basten was een genie op het veld, maar zijn carrière was kort. In Basta deelt hij met pijnlijke precisie hoe zijn enkel zijn carrière sloopte, en hoe hij zich daarna opnieuw moest uitvinden. Zijn relatie met Johan Cruijff, zijn tijd bij Ajax en Milan, en zijn bescheiden, introverte karakter maken dit boek diepgaand én inspirerend. Dit is geen luchtig vakantieboek – maar wel een die blijft hangen.

6. “Messi” – Lionel Messi
Lionel Messi’s autobiografie vertelt over zijn jeugd in Argentinië, zijn strijd met groeiproblemen, en zijn indrukwekkende carrière bij FC Barcelona. Hij beschrijft zijn passie voor voetbal, offers voor succes, familiebanden en innerlijke drijfveren. Het boek biedt een inspirerende blik op de man achter de legende, vol vastberadenheid en nederigheid.

Of je nu op het strand ligt of in de tuin zit: met deze boeken beleef je voetbal van binnenuit. En misschien, heel misschien, voel je het weer: de geur van gras, het ritme van het stadion… en de droom die voor even werkelijkheid werd.