• Op de Nieuwjaarsreceptie van GRC Groningen begin dit jaar werd Boelo Meyboom door voorzitter Will Panman in het zonnetje gezet in het bijzijn van zijn vrouw Roelie en dochter Agnes. Wegens zijn verdiensten voor GRC. Zo was hij in de jaren ’60 en ’70 liefst 16 jaar keeper van het eerste elftal, hielp in 1973 mee bij de bouw van het eerste clubhuis van GRC op Corpus den Hoorn en bleef tot voor kort lid van de Club van Honderd .

    Op die Nieuwjaarsreceptie begin januari viel het Boelo op dat het clubleven van toen en van nu eigenlijk niet eens zoveel verschilt. “Toen ging het toch ook om de gezelligheid met elkaar. Als ik dit hier nu zie, is dat nog altijd zo.  Dat is naast het voetbal ook de bedoeling natuurlijk.” Meyboom is inmiddels 83 jaar, woont al geruime tijd in Winsum, maar draagt  GRC nog altijd een warm hart toe.

    Omdat de huidige GRC-generaties zich op die receptie begrijpelijk afvroegen wie Boelo Meyboom eigenlijk is, vroegen zijn dochter Agnes en Ger van Gelder hem daar nog eens over te vertellen. Het  werd zelfs een heel verhaal!

     

    ‘BOELO: INSTAPPEN, JE MOET IN HET EERSTE SPELEN!’

    (Door Agnes Meijboom en Ger van Gelder)

    Op een koude, vroege  zondagmorgen in 1964 wilde de toen 20-jarige Boelo onder de Martinitoren net in de spelersbus stappen voor een uitwedstrijd van het tweede elftal ergens ver in Friesland. Een auto kwam hard aanrijden. Een bestuurslid van GRC:  'Boelo, instappen, je broer Harry is geblesseerd, jij keept vanmiddag in het eerste.' Hij greep zijn kans en nam zich daarbij meteen voor: ‘Die  broer van mij komt er nooit weer in…’ Dat is uitgekomen: Boelo stond al met al liefst 16 jaar in het doel van wit-met-rode-V!

    Hij was telg uit de echte GRC-familie Meyboom. Uniek is dat alle vier Meijboom-broers Harry, Boelo, Henk en Richard in het eerste elftal speelden in de jaren 60 en 70. Zoals ze in verschillende combinaties ook samen een garagebedrijf runden, eerst in de Zoutstraat bij de Noorderhaven, later op andere locaties.

    Harry stond dus als eerste enkele jaren in het GRC-doel en was later bestuurslid in de periode dat GRC in 1973 van het Stadspark verhuisde naar Corpus den Hoorn. Als keeper opgevolgd door Boelo. Broer Henk (inmiddels overleden) stond in de verdediging en Richard op het middenveld. Soms zelfs met z’n drieën  tegelijk.  Met langs de lijn meestal ook nog moeder Trui Meyboom. Trots? Ja, maar ook heel kritisch op haar zoonliefs. Als haar iets niet beviel, liet ze het weten ook!   

    Broer Richard herinnert zich nog een uitwedstrijd bij Be Quick op de Esserberg waar de opstelling van GRC werd omgeroepen. Doel: B. Meyboom…., rechtsback: H. Meyboom….., linkshalf:  R. Meyboom…. ! Er ontbrak nog maar net aan:  ‘Langs de lijn: mevrouw T. Meyboom…!’

     

    Meteen op doel

    Voor Boelo, geboren en getogen in de Groninger Hunzestraat, begon het allemaal toen hij al in 1954 graag bij GRC wilde voetballen. Maar hij was nog maar 11 jaar en  dat mocht nog niet van de KNVB.. De jongste leeftijd in die jaren was namelijk 12 jaar bij de B-junioren.  Hij mocht van GRC alvast wel meetrainen twee keer per week,  maar dan wel op doel. Daar is hij altijd blijven staan.

    Eind dat jaar werd hij 12 en mocht zijn eerste officiële wedstrijd spelen. Op doel dus. Accommodaties en materiaal waren toen nog van een andere orde. Getraind werd op een zwart gravelveldje achter het toenmalige hoofdveld aan de Leonard Springerlaan. Met een matige verlichting en een grote sloot er naast. De speelvelden waren op kleigrond, zompig met vaak hoog gras. De ook al hoge schoenen waren van stevig leer en dus zwaar, evenals de glibberige wedstrijdballen.  Beschermende kleding voor doelverdedigers was er nog niet.

    Maar de beleving was er niet minder om en het zat  Boelo ook niet in de weg, Hij was van jongs af aan fysiek en mentaal sterk.  In luchtduels met aanvallers trok hij altijd een knie op, zodat ze wel bij hem wegbleven!

    Na de jeugdjaren van B1 en A1 kwam  Boelo in het tweede elftal terecht. Op zondagmorgen vroeg het hele Noorden door. Tot dat moment dus in november 1964.

    In die vervolgens 16 jaar  maakte hij veel trainers mee, zoals Flip Drost, Bram van der Hoeven, Jaap Plenter, Martin Koeman en Simon Zoetebier,

     

    Hoogtepunt

    Terugkijkend beschouwt Boelo GRC als een ontzettend mooie, lange periode in zijn leven. Een gezellige stadsclub, ook nog eens in de hogere regionen van het amateurvoetbal. Met vooral in de derby’s tegen Oosterparkers, Be Quick, Helpman en VVK veel publiek langs de lijn op de aloude veldjes in het Stadspark tegenover de Martinihal.

    Maar ja, wel ‘eeuwige’ tweede klasser. Een periode van 25 jaar! Hij betreurt dat het zo lang moest duren voordat het eerste elftal eindelijk de begeerde stap naar de top van het amateurvoetbal maakte, toen nog de eerste klasse. Daarom werd jeugdtrainer Ger van Gelder in 1973 gevraagd om dat als teammanager op te pakken, samen met hoofdtrainer Jaap Plenter.

    De tijd was rijp, ook door de verhuizing dat jaar van het knusse Stadspark naar het gloednieuwe sportpark Corpus den Hoorn waar GRC de eerste nieuwbouw in gebruik nam. Een enorme vooruitgang toen. Ook een impuls om het voetbal een beetje professioneler aan te pakken met wat meer entourage, drie keer trainen per week, voorbereidingen met trainingskampen en sterke tegenstanders, elftalsponsors dienden zich aan.

    In dat eerste seizoen lukte het in 1974 meteen al het eerste kampioenschap te behalen in 25 jaar. In een beslissingswedstrijd tegen Titan in Stadskanaal voor 1.500 toeschouwers werd het 3-1 voor GRC. Kampioen en  promotie naar de eerste klasse! Kijkend naar de elftalfoto in het huidige clubhuis herkent hij haast alle gezichten nog: Peter Jongsma, Eddy Tutuarima, John van der Bossche, Bram Souissa, Bert Brinkhuizen, Henk Visscher, Kor Visser, Dick Buikema, Enno Noordhoff, Sikke Buiter, Theo Westerhoff, Jan Mik, Gerard de Vries.

    Voor Boelo al met al toch wel het hoogtepunt in die 16 jaar eerste elftal. Dat kampioenschap werd  groots gevierd met te beginnen een busrit door de GRC-wijken Corpus den Hoorn en De Wijert met veel mensen langs de straten. Duimpjes omhoog. Het feest op Corpus was groot en in juni volgde een tweedaagse trip naar de eerste wedstrijd in Hannover van Nederland tegen Uruguay op het WK in 1974.

     

    De eerste klasse

    Boelo vertelt hoe het verder ging in het volgende seizoen ’74-’75 in de eerste klasse. De selectie werd sterker door de komst van enkele nieuwe spelers, onder wie Martin Koeman die een punt had gezet onder zijn profcarrière. De voorbereiding kende een trainingsweekend in Zuid-Drenthe, waar GRC met een wedstrijd de  sportaccommodatie opende in Steenwijkerwold.

    In dat seizoen deed GRC het goed in die eerste klasse, stond op de laatste wedstrijddag nog tweede, maar meteen al een volgend kampioenschap was uit beeld. Die wedstrijden op een hoger niveau waren altijd intensief met sterke tegenstanders en veel publiek.

    De busreizen waren ook nog eens gezellig met klaverjassen,  vrouwen en kinderen mee. Ja, en er werd ook stiekem gerookt. De technische leiding zat op de eerste rij en bleef dus maar naar voren kijken. Strategisch.....

    In dat seizoen kwam trainer Jaap Plenter al vroeg in de ziektewet en moest Ger van Gelder het overnemen. Het was ook het laatste seizoen van het duo. Plenter moest na vier seizoenen een punt achter zijn GRC-carrière zetten, Ger ging als trainer terug naar de hoogste jeugdselecties.

    Plenter werd opgevolgd door Martin Koeman die immers toch al bij GRC zat en eerder ook nog de C-selectie trainde  waarin zijn zoons Erwin en Ronald speelden. Erwin acteerde via A1 later nog een half seizoen in het eerste elftal waarna FC Groningen hem haalde. Een jaar later volgde broertje Ronald hem ook vanuit A1 richting het Oosterparkstadion.

    Boelo vindt het nog altijd een hele ervaring met zowel vader als zoon Erwin Koeman in het eerste te hebben gespeeld. En volgens hem deed Ronald ook nog wel eens ‘stiekem’ een winters oefenpotje mee. GRC handhaafde zich jaren lang in het hogere amateurvoetbal, ook nadat Boelo het begin tachtiger jaren welletjes vond.

    In 1985 volgde zelfs nog promotie naar de toenmalige hoofdklasse, maar na drie jaar was er een forse terugval in de sportieve clubhistorie. Zelfs even vierde klasser en geen jeugdafdeling meer. GRC herstelde zich daarvan eind negentiger jaren en dat werd nog eens versterkt door het eeuwfeest in 2002.

     

    Roemruchte veteranen

    En Boelo? Na zijn lange periode in het eerste elftal zag hij het niet meer zitten om op zondagmorgen in het tweede elftal ook nog weer het hele Noorden door te crossen. Hij sloot zich rechtstreeks aan bij de toen roemruchte veteranen van GRC 16! Als spits, want het eigen strafschopgebied  had hij in al die jaren wel gezien.

    In de loop der jaren promoveerde GRC 16 ook nog eens tot GRC 5. Dat maakte het een stuk zwaarder, want dat speelde tegen steeds meer jongere spelers. Maar omdat bij GRC nog veel oud-profs en ook geroutineerde amateurs van hoger niveau meededen, speelden ze die jongelui meestal van de mat. Hoe? Gewoon door slim rondspelen van de bal en daardoor weinig overbodig loopwerk. Uitslagen boven 10-0 waren geen uitzondering.  Voetballen kon Meyboom niet echt, maar als een Gerd Müller pikte hij wekelijks zijn goaltjes mee.

    Als 60-jarige zette hij ook daar een punt achter, maar bleef de club op verschillende manieren trouw en ondersteunen.

    Vandaar dat GRC Groningen hem op de Nieuwjaarsreceptie nog eens waardering toonde, hetgeen zeer op prijs werd gesteld door Boelo Meyboom, zijn vrouw Roelie (56 jaar getrouwd!) en dochter Agnes.

  • Foto: Will Panman zet Boelo Meyboom nog eens in het zonnetje.

  • Foto: Een typerende acte van Boelo in een uitwedstrijd van GRC tegen Harkema Opeinde seizoen ’74-’75, namelijk de opgetrokken knie richting tegenstanders!